De teksten van Stephen Fry zijn altijd heerlijk. Als je de man kent, dan hoor je hem praten terwijl je leest. Grappig, gevat en zelfbewust geschreven. Mythos gaat over de Griekse mythologie. Daar zijn natuurlijk al heel veel boeken over geschreven. Wat is dan de meerwaarde van dit boek? Fry maakt de mythes uit de Oudheid toegankelijk. Soms plaatst Fry ze in de historische context, maar veelal ook niet: hij wil een verhaal vertellen. Hij wil de mythes levend maken, niet de historische accuraatheid bewijzen. Wat de bedoeling er altijd van geweest is: ze laten voortbestaan voor het nageslacht. En niet voor een klein groepje academici, maar een groter publiek. Ik denk dat Fry daar goed in is geslaagd.
Zelfs de voetnoten die Fry plaatst zijn grappig, met vaak ook verwijzingen naar de moderne popcultuur. Maar ook ik als historica kwam aan mijn trekken, want er waren ook verwijzingen naar historisch onderzoek, maar eigenlijk vooral als Fry er iets grappigs uit wist te halen of als het relevant was voor zijn narratief. Dat vond ik wel verfrissend.
Griekse mythes zijn sprookjesachtig, soms ook wreed, en soms met religieuze connotaties. Ik vond het gewoon weer even fijn ondergedompeld te zijn in de verhalen die voor mijn ‘helden’ uit de vroegmoderne tijd heel belangrijk waren. De vroegmoderne tijd (de tijd die ik het meest interessant vind) is doorspekt met verwijzingen naar Griekse mythen. Leuk om dat weer op te halen, vooral voor mij als niet-gymnasiast. En dan zeker als het zo leuk geschreven is.