Wat was dit heerlijk. Tijdens het lezen van dit boek werd ik helemaal ondergedompeld in de geschiedenis van Engeland, vooral gedurende de 16e eeuw. ‘Mijn’ periode (16e eeuw), ‘mijn’ land (Engeland), mijn passie (geschiedenis). Om te smullen. Dit boek, met de duidelijke titel Tudors, is het tweede deel uit de serie ‘The History of England’ van Peter Ackroyd.
Natuurlijk heb ik het eerste deel (Foundation) ook gelezen. Ik vond het enorm knap dat iemand van schijnbaar redelijk droge middeleeuwse geschiedenis (toen kwam koning 1, daarna koning 2, vervolgens koning 3. etc) een echte pageturner kon maken. Ik las het vol interesse, en dat terwijl het niet per se ‘mijn’ geschiedenis was. Ackroyd schrijft leesbaar, verfrissend, actief, en ook humoristisch.
Ik moest wel even wennen om het boek zo te lezen. Als academicus ben ik gewend aan noten, aan verantwoording en uitgekauwde theorieën. Dan is dit boek/deze serie vaak heel kort door de bocht. Het kostte me een boek om daar aan te wennen. Bij Foundation verzette me ik er nog wel eens tegen. “Nou ja, wat hij hier zomaar zegt!”, riep ik dan naar Marc, die lekker in zijn SF verzonken zat en even voor de vorm zijn wenkbrauw omhoog trok. Ik vond sommige stellingen dan ongenuanceerd en vergezocht, maar ik ben de serie gaan waarderen als een enorm mooie vertelling, een eigen blik op de Engelse geschiedenis als product van gedegen (literatuur)onderzoek. Ik leerde waarderen dat misschien wel juist als je niet geworteld bent in een bepaalde academische traditie en je niet hoeft te houden aan een vast theoretisch keurslijf, kun je een verfrissende bijdrage leveren aan de historische literatuur over een bepaald onderwerp.
Bij Tudors kon ik mijn vooringenomenheid helemaal loslaten. Ik heb er echt van gesmuld. Het leven aan het hof, de politieke beslommeringen aldaar, de religieuze twisten en vraagstukken waarin Engeland zijn eigen weg vond vanwege Henry VIII’s eigen machtspolitiek, de positie van de adel, de barre omstandigheden uit die tijd en de eigenheid van het bewind van Elizabeth I (45 jaar geregeerd!) heb ik via Ackroyd heerlijk binnen laten komen. Natuurlijk ‘wist’ ik het allemaal al en was het in die zin niet ‘spannend’, maar ik geniet er elke keer weer van.
En vooral mijn overtuiging als grond voor historische ontwikkelingen: veel, zo ontzettend veel, hangt in de geschiedenis van toeval aan elkaar. Contingency, heerlijk woord is dat. Zonder dat mee te nemen, is het onmogelijk de geschiedenis te zien voor wat het is. Alles lijkt allemaal achteraf wel te verklaren door historici in hun werkkamertjes, maar vooraf is bijna niks te voorspellen of niks te verklaren. Het gaat zoals het gaat omdat alle factoren toevallig op een moment samenspelen. Het kan net zo maar zijn dat er maar één dingetje anders was geweest, en het had heel anders kunnen aflopen. Dat vind ik het meest fascinerend aan geschiedenis.
Bijna aan het einde van het boek, las ik dit:
De serie krijgt nog vier delen, ik heb de volgende twee delen al in de kast staan. Maar ga ik dat nog net zo interessant vinden, nu ‘mijn’ periode in deze serie van de Engelse geschiedenis voorbij is? Ik betwijfel het. Ik ga het natuurlijk proberen, maar toen ik bovenstaande zin las, kreeg ik toch een steek en de gedachte “Ja, en nu is het dus niet interessant meer.”, doemde in mij op. Ik ben benieuwd.
Ik zal het voorlopig nog niet weten, want ik ben inmiddels begonnen met de vijf boeken van The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy. Marc zei dat hij van me ging scheiden als ik niet hardop zou lachen bij het lezen van dit boek. Volgens mij leven wij samen nog heel lang en gelukkig 😉